GRANEN ONDER LOEP
In een groot deel van de wereld zijn granen het belangrijkste voedsel. Vanuit een westers voedingsstandpunt gezien vormen granen pas een hoofdmaaltijd wanneer daar op z’n minst enkele eiwitten bij zitten. Maar in grote delen van de wereld wordt een portie granen waarmee de honger gestild kan worden als een uitstekende en gezonde maaltijd beschouwd. Als men er al eiwitten bij eet, dan zijn dat meestal bonen of zuivelproducten. Noten, zaden, bepaalde groenten (bijvoorbeeld bladgroenten) en vlees hebben dezelfde eiwitwaarde. Vanuit ayurvedisch standpunt gezien hangt de geschiktheid van een maaltijd af van iemands constitutie, behoeften en voorkeuren.
Granen hebben over het algemeen een zoete smaak en een zoete vipak. Vipak is de uitwerking die een smaak op de lange termijn heeft op het lichaam en de spijsvertering. Dit kun je zelf vaststellen wanneer je op ongezoete, gekookte granen kauwt. Door het kauwen komen de enkelvoudige suikers vrij en proef je hun ware aard. Daarom hebben granen ook zo’n aardend effect. We voelen ons juist om deze aardende en kalmerende werking vaak tot granen aangetrokken.
Westerse wetenschappers hebben vastgesteld dat wanneer men flinke hoeveelheid van een graan eet, de hoeveelheid van het aminozuur triptofaan in de hersen een uur of twee later toegenomen is. De hersen gebruiken triptofaan om de stof serotonine aan te maken, die een gevoel van welbehagen opwekt en het lichaam tot rust brengt.
Volkoren granen zijn aanzienlijk voedzamer en beter voor het evenwicht dan geraffineerde granen. Niet te waterig gekookte granen lijken wat meelachtig en bevatten een klein beetje eiwit. Ze zijn ook rijk aan vitamine B, mineralen en vezels. Dagelijks een portie warm en gekookt ongeraffineerd graan heeft een harmonieus effect op alle dosha’s. Dit dankzij de aardende kwaliteit en ook omdat graan de stofwisseling soepel laat verlopen. Elke graansoort heeft eigenschappen die heilzaam kunnen zijn.
Witte basmatirijst
Witte basmatirijst is goed voor alle dosha’s. Het is ietwat verkoelend, zoet, licht en vochtig. En kan helpen bij een geïrriteerde of ontstoken maag. Omdat deze rijst lichter is dan vele andere granen, kunnen kapha’s hem in kleine hoeveelheden eten. Met zijn koele, zoete en vochtige eigenschappen heeft hij grote waarde voor pitta. Doordat hij zoet en vochtig is, zorgt deze rijst voor het evenwicht van vata. Basmatirijst is licht verteerbaar. Aan de kokende rijst kunnen 2 kruidnagelen worden toegevoegd om de licht koude kwaliteiten iets te verwarmen. Tijdens de bereiding van de basmatirijst voor de handel wordt hij geblancheerd en daarom bevat deze rijstsoort minder vitamine B dan zilvervliesrijst. Maar dezelfde bereidingswijze zorgt er wel voor dat deze graansoort gemakkelijker verteerd en de kans op gasvorming afneemt.
Bruine basmatirijst
Dit is een variant, waarvan de eigenschappen in feite dicht bij die van zilvervliesrijst komen. Bruine basmati is, zover bekend, niet geblancheerd.
Zilvervliesrijst
Zilvervliesrijst heeft een andere uitwerking dan basmatirijst. Het is een andere rijstsoort die bovendien anders bereid wordt. Het schilletje blijft onaangetast en daardoor heeft deze rijst andere eigenschappen. Het verwarmt meer en is zwaarder, vochtiger en ruwer. Zilvervliesrijst is van nature zoet en wrang. Daarmee is het goed voor het vata-evenwicht; het aardt, verwarmt en maakt vochtig. Deze kwaliteiten verstoren echter in geval van kapha en pitta slechts heel lichtjes. Soms kan zilvervliesrijst door de vezels in vergelijking met basmatirijst de maag licht irriteren. Door de vezels en de grote hoeveelheid vitamine B kan zilvervliesrijst constipatie verlichten. Bovendien is het een van de meest aardende granen, maar dan zonder de onmiskenbaar zware kwaliteit van tarwe.
Gerst
De eigenschappen van gerst zijn verkoelend, licht en droog. Na het koken hebben ze een vochtig en bijna papperig karakter. De effecten van gerst op het lichaam zijn: urinedrijvend en laxerend. Gerst trekt water in het lichaam, maar kan een nog grotere hoeveelheid uit het lichaam halen. Het is goed voor kapha en minder goed voor vata. Door de aardende, verkoelende eigenschappen is gerst ook nuttig voor pitta. Gerst helpt constipatie te voorkomen, met name bij pitta’s en kapha’s. Het is ook genezend in geval van chronische diarree met slijm.
Gerst kan helpen vata te verlichten door het te combineren met medicinale kruiden zoals venkel en kalmoeswortel, en door het te bevochtigen met olie en azijn. Verdund tot een drankje zoals gerstethee, kan ze koorts verlagen en ontstoken urinewegen tot rust brengen. Gerst is bovendien voedzaam voor zuigelingen.
Rogge, gierst en boekweit
Rogge, gierst en boekweit zijn hete, lichte en droge granen en daarom ideaal voor kapha. Rogge en gierst zijn, net zoals gerst, uitstekende granen voor het kapha-evenwicht. Als ze in hun gewone vorm gegeten worden, zijn ze door hun lichte en droge eigenschappen niet geschikt voor vata.
De zoete vipak* van gierst, rogge en boekweit neutraliseert hun warme kwaliteit tot op zekere hoogte voor pitta; ze zijn minder verstorend wanneer ze met extra vocht bereid worden. Het is interessant dat rogge en boekweit al generaties lang met tarwe worden bereid. De koude, zware en vochtige tarwe fungeert als tegenwicht voor de lichte en droge kwaliteiten. Een heilzame combinatie voor pitta en vata. Deze twee constituties hebben meer aan brood van rogge- en tarwemeel dan aan zuiver roggebrood.
Voor kapha ligt het anders; die is het beste af met honderd procent roggeproducten, bij voorkeur geroosterd. Beschuit van uitsluitend rogge is geweldig voor kapha. Pasta’s van louter en alleen boekweit zijn eveneens goed voor kapha, die zich geen gewone pasta’s kan veroorloven. In natuurvoedingswinkels zijn deze pasta’s wel te koop.
*Vipak is de uitwerking die een smaak op de lange termijn heeft op het lichaam en de spijsvertering.
Tarwe
Tarwe is een populair graan. Het is van alle granen het zwaarst en vochtigst, wat zowel een sterk als een zwak punt is. Tarwe vormt een uitstekende compensatie voor een droge boon zoals de kikkererwt, bijvoorbeeld in pitabroodjes. In combinatie met een product dat koel en vochtig is, bijvoorbeeld kaas, heeft tarwe een aardend effect. Het is de aangewezen graansoort wanneer u in gewicht wilt toenemen en niet allergisch bent voor tarwe. Het is duidelijk dat tarwe geweldig is voor vata en ook dat het een kapha-evenwicht ingrijpend verstoort. Doordat tarwe koel en zwaar is, heeft het een gunstig effect op het pitta-evenwicht.
Sommige mensen zijn bijzonder gevoelig voor tarwe. Misschien komt dat doordat heel jonge zuigelingen soms al deze graansoort voorgeschoteld krijgen, terwijl hun darmwand nog lang niet sterk genoeg is om het goed af te breken. Het lichaam kan tarwe dan als een vreemde stof gaan zien en als zodanig gaan behandelen: er vormen zich antilichamen tegen onverteerbare granen en allergieën zijn het gevolg. Symptomen van een tarwe-allergie zijn o.a. traagheid van het eten hiervan, indigestie, hoofdpijn, gewrichtspijn en humeurigheid.
Haverzemelen
Haverzemelen zijn de laatste tijd populairder gewonnen. Ze zijn rijk aan vezels en kunnen het cholesterolniveau verlagen. Ze zijn aanzienlijk lichter en droger dan gewone haver. Als koud ontbijtgraan, bijvoorbeeld flakes van haverzemelen, zijn ze heel goed voor het kapha-evenwicht. Voor pitta zijn haverzemelen vrij neutraal. Maar het vata-evenwicht kan verstoord worden als ze niet voldoende vochtig zijn. Haverzemelen kunnen ook toegevoegd worden aan muffins of brood om de effecten te verzwakken en het vezelgehalte te vergroten. In de ayurveda worden ruwe, droge producten zoals haverzemelen beschouwd als een prima manier om het effect tegen te gaan van een te grote consumptie van zoete, zware voedingsmiddelen zoals vlees, wijn, kaas en zoetigheid.